Jaarrekening 2022

I Balans en Toelichting

Uitzettingen < 1 jaar (x € 1.000)

31-12-2022

31-12-2021

Vorderingen op openbare lichamen

9.751

8.619

Rekening-courant verhouding met het Rijk

17.213

2.868

Belastingen

2.944

5.075

Overige vorderingen

4.124

6.127

Voorziening dubieuze debiteuren

-382

-490

Totaal

33.650

22.199

De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar (vorderingen) waarderen wij tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening is bepaald op basis van een combinatie van statische en dynamische waardebepaling.

Debiteuren sociale zaken

In het bedrag van overige vorderingen zit aan debiteuren sociale zaken:

966.498

a. vorderingen waarvoor per 31-12-2022 de afwikkeling tgv de gemeente komt

1.946.310

b. vorderingen waarvan we bij ontvangst het rijksaandeel moeten doorbetalen

190.918

c. Tozo vorderingen

383.474

2.520.702

Voorziening dubieuze debiteuren voor vorderingen onder a.

-997.846

Voorziening dubieuze debiteuren voor vorderingen onder b.

-107.840

Voorziening dubieuze debiteuren voor vorderingen onder c.

-199.098

Totaal voorzieningen

-1.304.783

Doorbetalingsverplichting: 75% van de vorderingen onder b. (minus de voorziening)

-65.045

Terugbetalingsverplichting dubieuze debiteuren voor vorderingen onder c. (minus de voorziening)

-184.376

Totale doorbetalingsverplichting

-249.421

-1.554.204

966.498

Schatkistbankieren

Sinds 1 januari 2014 is het voor decentrale overheden verplicht om geld wat over is tijdelijk te stallen in de schatkist van het rijk. Op het moment dat we het geld nodig hebben nemen we dit weer op. Om te bepalen of een gemeente overtollige liquiditeiten naast de gelden voor het normale betalingsverkeer aanhoudt, geldt een drempelbedrag dat is gebaseerd op het begrotingstotaal van de gemeente.
Vanaf 1 juli 2021 is de drempel voor gemeenten voor het verplicht schatkistbankieren verhoogd van 0,75% naar 2% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. Het minimum drempelbedrag is ook verhoogd van € 250.000 naar € 1.000.000.

Deze drempelwaarde was in 2022 € 3.529.000.

In 2022 is het gemiddelde drempelbedrag niet overschreden, zie hiervoor de tabellen hieronder.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren 2022 (bedragen x € 1000)

Verslagjaar

(1)

Drempelbedrag

3.529

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

(2)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

-

28

7

4

(3a) = (1) > (2)

Ruimte onder het drempelbedrag

3.529

3.501

3.523

3.526

(3b) = (2) > (1)

Overschrijding van het drempelbedrag

-

-

-

-

(1) Berekening drempelbedrag

Verslagjaar

(4a)

Begrotingstotaal verslagjaar

176.469

(4b)

Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen

176.469

(4c)

Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat

(1) = (4b)*0,02 + (4c)*0,002 met een minimum van €1.000.000 als het begrotingstotaal kleiner of gelijk is aan 500 mln. En als begrotingstotaal groter dan € 500 miljoen is is het drempelbedrag gelijk aan € 10 miljoen, vermeerderd met 0,2% van het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat.

Drempelbedrag

3.529

(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

(5a)

Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil)

-

2.543

628

330

(5b)

Dagen in het kwartaal

90

91

92

92

(2) - (5a) / (5b)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

-

28

7

4

Deze pagina is gebouwd op 05/25/2023 13:22:50 met de export van 05/25/2023 13:17:29