Het gerealiseerde positieve rekeningsaldo kunnen wij door het incidentele karakter niet structureel inzetten. We kunnen het wel inzetten ter dekking van incidentele lasten.
We willen 10 miljoen inzetten voor onderwijshuisvesting voortgezet onderwijs.
Reservepositie (exclusief gerealiseerd resultaat)
De afgelopen jaren voegden we een groot deel van de voordelige rekeningresultaten toe aan de algemene reserve en bestemmingsreserves. De stand van de reserves is belangrijk voor de solvabiliteit en de financiële positie.
Hieronder geven wij zowel grafisch als in tabelvorm het verloop van de reservepositie over de laatste vijf jaren weer:
Grafiek reservepositie
x € 1.000 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|---|
Algemene reserve | 16.249 | 19.219 | 30.647 | 37.432 | 43.758 |
Bestemmingsreserves | 27.316 | 21.526 | 15.701 | 16.275 | 28.777 |
Totaal reserves | 43.565 | 40.745 | 46.348 | 53.707 | 72.535 |
We zien dat de reservepositie in 2022 ten opzichte van 2021 wederom steeg. Dit betreft vooral de toevoeging van het positieve saldo van de jaarrekening 2021.
De voordelige uitkomst van de jaarrekening 2022 versterkt de reservepositie van de gemeente nog verder. Bij de bestemming van het rekeningsaldo 2022 stellen we voor om het restant na bestemming aan de Algemene reserve toe te voegen.
Voor verder toelichting op de reserves verwijzen wij naar onderdeel I Balans en toelichting, onderdeel reserves.
Schuldpositie
Onze gemeente hecht naast de vanuit het Besluit Begroten en Verantwoorden verplichte financiële indicatoren belang aan de indicatoren debtratio en netto schuld per inwoner om de schuldpositie weer te geven. Onderstaand geven wij zowel grafisch als in tabelvorm inzicht in het verloop hiervan over de afgelopen vijf jaren.
Debtratio
De Debtratio geeft het aandeel weer van het vreemd vermogen vergeleken met het balanstotaal.
Grafiek debtratio
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Debtratio | 80,9% | 79,3% | 79,7% | 76,5% | 73,1% | 65,3% |
Streefwaarde <80% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% |
Netto schuld per inwoner
Grafiek netto schuld per inwoner
De debtratio daalt omdat het vreemd vermogen lager wordt. De Netto schuld per inwoner daalt omdat de totale schuld daalt (lang en kort geld).
In 2022 sloten we geen langlopende geldlening af. Op de bestaande geldleningen losten we € 7.212.000 af. Daardoor verlaagde het bedrag van de langlopende geldleningen van € 130.270.000
naar € 123.058.000. Mede hierdoor zien we een verbetering van de debtratio van 73,1% naar 65,3%.
Voor een verdere toelichting over deze twee indicatoren verwijzen wij naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Netto schuld per inwoner | 2.907 | 2.807 | 2.660 | 2.528 | 2.320 | 1.851 |
Streefwaarde < €2.750 | 2.750 | 2.750 | 2.750 | 2.750 | 2.750 | 2.750 |
De debt ratio daalt omdat het vreemd vermogen lager wordt. De Netto schuld per inwoner daalt omdat de totale schuld daalt (lang en kort geld).
In 2022 sloten we geen langlopende geldlening af. Op de bestaande geldleningen losten we € 7.212.000 af. Daardoor verlaagde het bedrag van de langlopende geldleningen van € 130.270.000
naar € 123.058.000. Mede hierdoor zien we een verbetering van de debtratio van 73,1% naar 66,8%.
Voor een verdere toelichting over deze twee indicatoren verwijzen wij naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Risico's
Ondanks dat wij de laatste jaren onze reservepositie konden opbouwen zien we toenemende opgaven en daardoor vergroting van risico's die wij lopen.
Wij namen in de begroting een aantal financiële (rest)risico’s op. Deze risico’s leidden niet tot nadelige financiële gevolgen.
Voor de komende jaren zien wij twee belangrijkste risico’s:
- Sociaal Domein
Het invullen van de bestaande taakstellingen in een tijd waarin het aantal gebruikers van voorzieningen in het sociaal domein verder oplopen. - Gemeentefonds
Het Rijk hanteert nog steeds de methode 'trap op, trap af' (afhankelijkheid met uitgaven van het kabinet) in de financiële relatie met de gemeente. In sommige gevallen worden hier posten van uitgezonderd, veelal in die gevallen dat het doorbetaling aan gemeenten betreft. Daarnaast is er ook een trend dat het Rijk meer invloed probeert te krijgen op de verdeling van het gemeentefonds over de gemeenten en de besteding van de gelden van het gemeentefonds. Ook kent het Rijk bedragen minder op structurele en meer op incidentele basis toe. Dit alles beïnvloedt de stabiliteit van het gemeentefonds voor gemeenten nadelig, en is als zodanig een risico voor gemeenten.
Voor meer informatie over de financiële positie verwijzen wij naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Investeringen
Bij de begroting 2022 was er voor een bedrag aan € 12.094.000 aan investeringen voorzien. Door tussentijdse wijzigingen is er € 6.328.000 aan het investeringsprogramma toegevoegd, met een bedrag van € 184.000 aan inkomsten. In wekelijkheid besteedden we € 9.677.000 aan investeringen, met € 477.000 inkomsten.
Dit leidde tot een stijging van de restantkredieten op het einde van het jaar van € 40.217.000
eind 2021 naar € 50.882.000 eind van dit jaar.
Door de onderuitputting van de investeringsbudgetten hadden we een incidenteel voordeel op de kapitaallasten. Hiervan meldden we al € 1.500.000 bij de 7e perioderapportage.
De restantkredieten, bestaan vooral uit:
Onderwijshuisvesting | € 22.818.000 |
---|
Voor meer informatie over de investeringen verwijzen wij naar de bijlage Verantwoording investeringsprogramma.